citydev.brussels heeft een nieuwe wijk uitgedacht die baanbrekend is op het vlak van duurzame ontwikkeling en van sociale en functionele gemengdheid in een stadsomgeving. De projectsite van 4,5 hectare wordt begrensd door de Dieudonné Lefèvrestraat, de Tivolistraat, de Molenbeeksestraat en de Claessensstraat in Laken.
Greenbizz, dat citydev.brussels opstartte met behulp van EFRO-subsidies, is de vrucht van een samenwerking tussen verschillende publieke en private actoren: impulse.brussels, Leefmilieu Brussel, Innoviris en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB). Greenbizz is er om ondernemingsprojecten te herbergen die innoveren op het vlak van duurzame, solidaire en kringloopeconomie in Brussel. Zo past het project in de regeringsstrategie die gericht is op de economische valorisatie van onderzoek en innovatie op het vlak van duurzame economie, een prioriteit van het Gewestelijk Innovatieplan.
Het nieuwe gebouw is een echte microkosmos waar de gebruikers aan uitwisseling doen en hun doelstellingen samen ontwikkelen. De huurders krijgen er werkruimten en diensten op maat. Er zijn productieateliers van alles samen 5.505 m² (17 modules van 120 à 550 m²), maar ook een incubator van zo'n 2.800 m², met een hele waaier administratieve, begeleidings- en coachingdiensten. De kantoren van 10 à 50 m² zijn volledig uitgerust (meubilair, telefonie en internet).
Het architecturale ontwerp van Greenbizz is van de hand van een team onder leiding van het Brusselse architectenbureau architectesassoc. Het gebouw werd opgetrokken door BAM Contractors. citydev.brussels organiseerde hiervoor overheidsopdrachten waarin ze hoge eisen stelde op het vlak van duurzame ontwikkeling. Tijdens de werken werd er alles aan gedaan om het bouwafval zoveel mogelijk te beperken via een optimaal beheer- en sorteersysteem. Er ging ook veel aandacht naar de keuze van de materialen: gezonde materialen zoals hout en cellulose kregen de voorkeur. De materialen werden bovendien zo ecologisch mogelijk aangevoerd.
Ook de uitstekende energieprestaties van het project verdienen een vermelding. De incubator is passief en de productieateliers voldoen aan de zeerlage-energienorm. De gebouwschil is erg goed geïsoleerd en luchtdicht. Greenbizz is onder meer uitgerust met speciale ventilatie-, verlichtings- en verwarmingstechnieken. Het dak is bedekt met zo'n 1.500 m² fotovoltaïsche panelen om de ecologische voetafdruk van het complex nog meer te verkleinen.
Greenbizz werd in april 2016 ingehuldigd in aanwezigheid van Rudi Vervoort, minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Fadila Laanan, Brussels staatssecretaris voor Wetenschappelijk Onderzoek, Didier Gosuin, Brussels minister van Economie en Tewerkstelling, en Céline Fremault, Brussels minister van Leefmilieu. Het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) had zijn ruimten in maart 2016 al tijdelijk in bezit genomen. Het WTCB is immers eigenaar van zijn constructies, waarvoor het een specifieke subsidie van het EFRO kreeg. Er werd in dat kader delegatie van het bouwheerschap verleend.
In mei 2017 kaapte Greenbizz een van de vijf Publica Awards weg, namelijk die voor meest duurzame overheidsopdracht. Deze onderscheiding bekroont de overheidsopdracht die de drie pijlers van duurzame ontwikkeling - de sociale, de economische en de milieudimensie - zo goed mogelijk naleeft. De jury stelde onder meer de innovatieve aard van het project op prijs, net als de reflectie op de levenscycluskosten en de buitengewone knowhow en expertise van de betrokken partijen.
De promotieopdracht van werken voor het woongedeelte van Tivoli GreenCity werd gegund aan Parbam, de vereniging van projectontwikkelaars Pargesy en BAM. Voor het ontwerp staat de tijdelijke vereniging Adriana in, die bestaat uit vier architectenbureaus: Cerau (dat alles coördineert), Atlante, Atelier 55 en YY Architecture. De landschapsarchitectuur is dan weer van de hand van Éole Paysagistes.
Op het programma staan 400 appartementen. 37 % daarvan worden nulenergiewoningen, de rest passiefwoningen.
Het merendeel (70 %) van de woningen wordt gesubsidieerd door het gewest en verkocht tegen de voorwaarden van citydev.brussels. De overige 30 % zijn sociale woningen, die worden gefinancierd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) en beheerd door de Lakense Haard. Er komen ook nieuwe straten. Twee crèches, winkels en een plein van 2.000 m² maken de wijk af. Het plein wordt aangelegd rondom twee bijzondere Oosterse platanen, die ingeschreven zijn op de bewaarlijst, en een mooie esdoorn.
De uitvoering van het project is erg origineel: ze berust op participatie die citydev.brussels op poten zet om optimale omstandigheden te creëren. Van bij het begin van het project werden zo verschillende workshops georganiseerd. Tijdens die workshops kon de balans worden opgemaakt van de lopende ontwikkelingen in de wijk, werden de mobiliteitsproblemen in de wijk aangekaart, de inplanting van de toekomstige wegen gesimuleerd ...
Net als Greenbizz, zijn economische en industriële tegenhanger, staat het woongedeelte van Tivoli GreenCity voor duurzaam en voorbeeldig. Dat begint al bij de afvalinzameling, die innovatief wordt afgehandeld in samenwerking met Net Brussel. Op verschillende plaatsen op de wegen worden containers ingegraven waarin de bewoners hun gesorteerd afval kunnen deponeren. De containers worden zo verspreid dat geen enkele bewoner meer dan 50 meter moet afleggen met de vuilniszakken.
Het waterbeheer is net zo weldoordacht. Het regenwater wordt opgevangen, behandeld en dan gebruikt in de collectieve wasplaatsen op de gelijkvloerse verdieping van elk huizenblok. Ook het grijswater wordt opgevangen. Na behandeling bevoorraadt het alle wc-spoelbakken en de onderhouds- en tuinkraantjes van de gemeenschappelijke delen.
Een stadsverwarmingsnet dat gevoed wordt vanuit een centrale stookplaats, zal heel de wijk verwarmen. De geproduceerde CO2 wordt naar het dak gestuurd en dient daar als voeding voor de planten in een experimentele serre. Er komen fotovoltaïsche panelen op de intensieve groendaken.
Ook zachte mobiliteit zal worden aangemoedigd, met name door het gebruik van de eigen wagen te beperken en door inrichtingen speciaal voor voetgangers en fietsers aan te leggen. Om het gebruik van elektrische wagens te stimuleren, worden er in elke parking 8 laadpalen geplaatst. Er komen bovendien 678 fietsstaanplaatsen (een per slaapkamer).
De eerstesteenlegging van het woongedeelte vond plaats in oktober 2016 in aanwezigheid van Rudi Vervoort, minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Céline Fremault, Brussels minister van Leefmilieu, en Brigitte De Pauw, voorzitster van de BGHM.